Module 3 – kleding opruimen en organiseren

Bekijk eerst de video hierboven, eventueel kan je daarna hieronder alles nalezen. Veel plezier!

BONUS: de vouwmethode van Marie Kondo uitgelegd in plaatjes

BONUS: vragen die je helpen om te kiezen wat er mag blijven en wat niet

Verzamelen & sorteren
Ok, tot zover al het voorbereidende werk. Nu is het tijd om aan de slag te aan. We starten met kleding. We gaan alle kleding opruimen en organiseren. En als ik kleding zeg, dan bedoel ik alle kleding in je kledingkast, maar ook aan de kapstok of in je sporttas. Als je straks klaar bent met het uitzoeken van je kleding, kun je hetzelfde doen met je accessoires zoals sieraden, riemen, tassen, hoeden en zonnebrillen.

Om een goed overzicht te krijgen van wat je hebt, is het daarom nodig om alles op 1 plek te verzamelen. Meestal is het bed daarvoor een goede plek. Maar, als je een grote lege (schone) vloer hebt, is dat uiteraard ook een goede verzamelplek. We leggen alle kleding per soort bij elkaar. Soort bij soort. In het geval van kleding kun je denken aan een stapel vesten, een stapel truien, een stapel sokken, een stapel sportkleding etc.…

Het is handig om eerst je eigen kleding te doen en dan kan je daarna je huisgenoten of kinderen helpen om hun kleding uit te zoeken. Ga het niet door elkaar heen doen.

Dus, als je alles nu sorteert in stapeltjes, zal je zien dat je misschien wel 10 zwarte jurkjes hebt die min of meer hetzelfde zijn of dat je eigenlijk wel heel veel sokken hebt die je eigenlijk nooit draagt. Zo ontdek je wat je echt in je kast hebt en wat je echt wilt houden.

Nu je alles gesorteerd voor je hebt liggen, kun je zien hoeveel spijkerbroeken en paarse truien je hebt. Je bent omringd door stapeltjes kleding en voelt je misschien een beetje overweldigd. Dat is helemaal okay. Want, dit gevoel wil je niet terug. Daarom ben je gaan opruimen. Je bent toe aan de volgende stap: keuzes maken!

Keuzes maken
Bij alles wat je tijdens het opruimen doet, is het belangrijk om focus te houden op de spullen die je wilt houden, in plaats van op de spullen die je weg wilt doen. Je wilt namelijk veel meer oog en aandacht hebben voor bijvoorbeeld, de vier tekeningen die je wilt bewaren dan voor de 35 tekeningen die er ook nog zijn. Dus, door afscheid te nemen van bepaalde spullen, geef je juist meer aandacht aan de spullen die je wél houdt. En de spullen die je besluit te houden, krijgen dan een mooie plek, waar ze alle aandacht en ruimte krijgen die ze verdienen.

Je ziet nu goed wat je hebt en hoeveel van alles. En daarmee kun je ook vaak heel goed zien, wat je niet nodig hebt. Dit overzicht, deze bewustwording, helpt je om keuzes te maken. Wat verdient er een plekje in jouw huis? Wat mag blijven?

Die check vragen
Om dat goed helder te krijgen welke kledingstukken mogen blijven, kun je jezelf drie vragen stellen:

Vraag 1. Past het nog bij hoe ik wil leven?
Bij de meeste van mijn klanten die hun huis als rommelig ervaren, is het huis vol. Vaak zijn er gewoon te lang, te veel spullen verzameld. Spullen die niet per se of niet meer iets toevoegen aan je leven, maar die gewoon een plek hebben gekregen in je huis. En daar liefdeloos staan te wachten tot er nooit meer iets mee gebeurt. Hier zit hem de grootste winst die je kunt maken bij het opruimen van je huis: ontdek welke spullen dit zijn en neem daar afscheid van. Want als het niet meer past bij het leven dat je wilt leiden, waarom zou je het dan bewaren? Je ruimte is kostbaar, wees dus kritisch over wat je wilt houden.

En vergeet hier ook niet om kritisch te voelen hoe een kledingstuk op je huid voelt. Vind je de stof lekker, zit de tailleband prettig, kan je er fijn in bewegen? Past het bij hoe je door de dag wil bewegen? Soms kan een kledingstuk nog goed passen, maar voel je je er ‘slonzig’ in. Wees dus heel kritisch en hou alleen de kleding die past bij wat jij wilt uitstralen.

Vraag 2. Hoeveel heb ik er nodig?
Je ontdekt deze spullen al snel, als je alles soort bij soort hebt gesorteerd, dat sommige stapeltjes te hoog zijn of dat je van sommige dingen niet wist dat je ze nog had en…dat je ze eigenlijk ook helemaal niet hebt gemist. In dat geval is het vaak makkelijk om deze spullen weg te doen. Denk bijvoorbeeld aan de hoeveelheid zwarte panty’s die je tegen kunt komen, terwijl je helemaal niet zo graag panty’s draagt.

Vraag 3. Word ik er blij van?
Soms is het lastig om te kiezen welke kleding je wilt houden en welke niet. Stel jezelf dan de vraag of je er blij van wordt? Geeft het kledingstuk je vreugde als je het draagt? En denk daarbij aan een outfit die je morgen direct aan zou trekken als je een belangrijke afspraak hebt. Een outfit waar jij je super krachtig in voelt, de meest optimale versie van jezelf. Dat gevoel, wil je van al je kleding krijgen. Hang die outfit van je meest optimale versie desnoods op aan het raam en zie het als een vergelijkingsmateriaal of ‘benchmark’ bij ieder volgend kledingstuk. Voel ik mij net zo krachtig in dit kledingstuk als bij die outfit? Is het antwoord nee, dan mag het weg.

Bij deze stap merk ik vaak dat klanten in een flow komen, een soort ritme, waardoor ze op een gegeven moment heel goed voelen wat ze willen bewaren en wat niet. Als je net begint met opruimen is dit een lastige stap om te maken, dus oefen het vooral veel op de categorie kleding. Als je het dan vaak genoeg oefent, ben je er klaar voor op het moment dat je bij de moeilijkere spullen komt. Oefenen, oefenen, oefenen!

En zo hebben we aan de hand van drie vragen, keuzes kunnen maken met de spullen waar je dagelijks mee te maken hebt:
1. Past het nog bij hoe ik wil leven?
2. Hoeveel heb ik er nodig?
3. Word ik er blij van?

Sentimentele kledingstukken
En stel nou voor dat je iets tegenkomt dat geen dagelijks nut meer heeft, maar wel een emotionele herinnering voor je heeft en dat je daarom dit kledingstuk graag wilt bewaren. Verzamel deze spullen dan in een mooie stevige doos en bewaar deze op een toegankelijke plek die niet in de weg staat. Boven op een kast bijvoorbeeld of vooraan op de vliering. Maak deze collectie niet te groot en blijf kritisch naar wat je hierin stopt. Maar, het kan zo mooi zijn om de meest belangrijke spullen die je aan prettige dingen doen herinneren af en toe eens door te kijken. Voorkom dat dit soort spullen in je dagelijkse lades en kasten staan. Dan staat het alleen in de weg en geeft het jou een vol gevoel, terwijl ze eigenlijk geen praktische functie meer hebben.

Aan het einde van deze cursus, bij module 7 kun je nog een keer kritisch naar deze sentimentele spullen kijken. Want, je zult zien dat je dan toch weer kritischer kijkt naar wat je apart had gelegd. En wellicht dan toch afscheid kan nemen van sommige dingen, waar je dat eerder niet kon. Oefening baart kunst!

Vragen stellen helpt
Als je twijfelt of je iets wilt houden of niet, kan het handig zijn om wat meer vragen te stellen aan jezelf. Zo kom je vaak tot de kern van wat een object voor je betekent. Bij deze module hoort ook een BONUS met goede vragen die je vooruit kunnen helpen om echt tot de kern te komen.

Een opmerking die ik heel vaak hoor en die ik hier specifiek even wil benoemen is het argument dat het veel geld gekost heeft en dat het daarom niet weg mag. Heel begrijpelijk dat als iets veel geld gekost heeft, je er graag alles uit wilt halen. Maar, als je iets niet draagt (om welke reden dan ook), hoort het niet in je kast. Hoeveel het ook gekost heeft. Want, nu neemt het kostbare ruimte in in je kast, ruimte die je beter kan besteden. En iedere keer word je herinnerd aan deze miskoop. Als je het vandaag nog wegdoet, is die pijn er misschien wel, maar daarna niet meer. Dus, kies voor ruimte, niet voor schuldgevoel.

Twijfelgevallen
Soms kan je dingen hebben waar je het gewoon niet van weet. Spullen waarbij je te veel twijfelt of je het nou moet wegdoen of wilt houden. Stop deze spullen dan in een afsluitbare doos en plak er met extra tape een post-it op met de datum van over 4 maanden; dan mag je het weer openmaken. Tot die datum, laat je de doos staan en blijf je ervan af. Zet hem op een plek waar je hem die 4 maanden niet ziet, bijvoorbeeld de zolder. En zet die datum in je agenda. Na 4 maanden maak je de doos open en dan zal het antwoord direct duidelijk worden voor je. Maar, zorg dat deze doos niet te vol wordt en blijf er echt 4 maanden af!

Dreambox
En soms is het zo dat je kleding niet meer past. Als je bezig bent met een concreet plan om af te vallen, hoef je deze kleding niet direct weg te doen. Koop bijvoorbeeld een IKEA SKUBB en label die als je ‘Dreambox’. Doe daar alleen de kleding in die je echt schitterend vindt. Kleding die je bijna als beloning ziet voor een afvaltraject. En als je dan op je gewicht bent, kun je die kleding erbij pakken. Zorg dat het maximaal 1 doos is en niet meer. Ook hier weer, blijf kritisch. Want als je op dat streefgewicht zit, wil je misschien wel weer iets nieuws kopen.

8 tips om goed te organiseren
Als je hebt gekozen welke kleding je wilt houden, is het tijd om die goed te organiseren. Want, hoe past het in jouw huis op een manier dat je er makkelijk bij kunt en dat het opgeruimd blijft? Omdat iedere kledingkast anders is, kan ik hier niet 1 oplossing geven die voor iedereen geschikt is. Maar, ik geef je hier wel 8 tips om zelf dat optimale opbergsysteem te vinden. Namelijk:

Tip 1 – zorg voor dezelfde hangers. Liefst dun en stevig. Als ze allemaal dezelfde uitstraling hebben, geeft dat gewoon veel meer rust aan je kast. En dunnere hangers, zoals die met fluweel, geven meer ruimte om meer kleding kwijt te kunnen. In module zeven zit een bonusbijlage met een aantal producten die ik graag gebruik voor een opgeruimde kledingkast.

Tip 2 – hang je kleding per soort in de kast en dan het liefst ook op kleur, zeker bij een open kledingkast. Dus, de overhemden bij elkaar en de broeken bij elkaar. Dat is makkelijker zoeken en geeft meer overzicht.

Tip 3 – als je planken hebt in je kast, is het verstandig om kledingstapels niet te hoog te maken. Bij truien kun je tot maximaal 3 stuks op elkaar gaan. Meer dan drie gaat omvallen. Bij broeken is het maximaal 5 stuks bijvoorbeeld. Zo blijven de stapels intact en overzichtelijk.

Tip 4 – bij planken kun je ook gebruik maken van manden om spullen bij elkaar te houden. Dit kan wel wat bewerkelijker zijn om netjes te houden, dus ontdek goed of het bij jou past. Je kunt het beste per mandje een andere categorie doen. Dus een mandje voor hemdjes, een mandje voor shirts met een korte mouw en een mandje met shirts met lange mouw bijvoorbeeld. Als je ze dan verticaal opbergt en vouwt, kun je van bovenaf zien wat je keuze is. Mooi label erop en klaar. De Marie Kondo vouw-methode werkt heel goed bij deze oplossing.

Tip 5 – gebruik ladeverdelers of mandjes in je lades als het gaat om ondergoed, sokken, hemden en panty’s. Dat houdt soort bij soort en geeft overzicht. En het helpt je om jezelf te begrenzen. Daarmee bedoel ik dat er maximaal zoveel panty’s in dat mandje kunnen, dus dat je er ook niet meer koopt dan daarin passen. Het helpt je te zien waar de grens is. Er zijn hele handige mandjes en ladeverdelers van de Ikea die je zelf in elkaar zet. Kortom, genoeg opties.

Tip 6 – creëer een doneermand. Dit is echt een gouden oplossing en dit beveel ik al mijn klanten aan waar we de kast hebben opgeruimd. Plaats een extra (was)mand in je huis waar je de kleding en schoenen in kunt verzamelen die je wilt doneren door het jaar heen. Je hebt regelmatig dat je iets niet meer past of dat je het niet meer wilt houden, dan is het handig om dit in zo’n mand te verzamelen. En als hij dan vol is, kan je alles wat erin zit, wegbrengen naar een goed doel.

Tip 7 – sommige mensen kunnen heel goed omgaan met een stoel in hun kledingkamer of slaapkamer. Andere mensen iets minder. Als jij zo iemand bent die ’s avonds alles op een stoel neerlegt en zo stapels creëert, is het handiger om die stoel tijdelijk niet in je kamer neer te zetten. Het veranderen van nieuwe gewoontjes duurt 6 tot 10 weken. Dus, gebruik die tijd om de stoel weg te laten en leer je zelf aan om je kleding aan het einde van de dag terug te hangen in je kast, op een haakje te laten luchten of in de wasmand te doen.

Tip 8 – houd bij het inrichten van je kast rekening met de 80/20 regel. Dat houdt in dat je de kast voor 80% vult met kleding en dat je het voor 20% leeg houdt. Dat geeft je kleding ruimte om te ademenen. Plus daarmee blijft het voor jou overzichtelijk en heb je de kans om in de toekomst nog iets toe te voegen. Prop ‘m dus niet vol, gun jezelf ruimte en een plek waar dat heel goed zichtbaar is: 80/20 dus als richtlijn.

Tenslotte is het goed om te onthouden dat je bij alles wat je organiseert om je kleding netjes te houden, het belangrijk is dat je een methode ontwikkelt die past bij hoe jij leeft. Dus, in welke kamer kleed je jezelf aan? Heb je een open of dichte kast? Bewaar je je seizoen kleding die momenteel niet in gebruik is, op een andere plek in huis of in dezelfde kast?

De opdracht
Iedere module eindigen we met een opdracht. Voor nu is dit jouw opdracht:

Voer alles wat we besproken hebben vandaag uit bij jouw kledingcollectie. Zorg ook dat je de kleding die je niet meer wilt houden, afvoert naar een goed doel.

Zet ‘m op! En als je tussendoor vragen hebt, kun je mij altijd bereiken op een van deze nummers,

Tot ziens, bij de volgende module!

Liefs, Eva.

ps: LUISTERTIP – in deze aflevering van de Opruimbesties Podcast vertel ik hoe je je kledingkast kunt opruimen.